Agaricus sylvicola
Wat u moet weten
Agaricus sylvicola is een soort Agaricus paddenstoel die verwant is aan de knoopzwam. Hij is eetbaar en populair in Europa.
Deze paddenstoel groeit in zowel loof- als naaldbossen in Groot-Brittannië, Europa en Noord-Amerika. Verschijnt in de herfst en wordt zelden in grote aantallen gezien, meestal maar een paar, of solitair.
Deze paddenstoel heeft een duidelijke anijsgeur en een gladde hoed die langzaam okergeel wordt bij verwonding, waardoor hij gemakkelijk te onderscheiden is van andere grote paddenstoelen in de Agaricaceae familie.
Deze soort wordt vaak verkeerd gespeld als Agaricus Silvicola.
Andere namen: Boszwam, grote, slappe hoed.
Paddenstoelen herkennen
-
Dop
6.0-12.0 cm breed, bolvormig tot diep convex, overgaand in convex tot planoconvex bij rijpheid; rand incurved, dan decurved, uiteindelijk recht; oppervlak droog, wit, glazig tot aangeboren fibrilloos, bij droog weer soms squamulose; vergeelt langzaam bij kneuzing of ouderdom, geel met KOH; context stevig, wit, onveranderlijk, tot 1.5 cm dik; de geur van anijs of amandelen; smaak mild.
Lamellen
Vrij, dicht opeengepakt, matig breed, bleek in de jeugd, zwartbruin op oudere leeftijd; randen lichter dan de gezichten.
-
Stengel
6.0-12.0 cm lang, 1.5-2.0 cm dik, gelijkmatig, kegelvormig, soms bolvormig, hol tot gevuld; het oppervlak van de apex witachtig, fibrillose-gestreept, de onderste steel gekleurd als boven, min of meer kaal, de basis van de steel langzaam bruinig geelachtig tot tanig; context wit onveranderlijk; sluier dubbel, onderzijde wit, gematteerd-tomentose, radiaal radervormig gespleten, waardoor een gelijkmatige textuur en vaak gespleten onderlaag zichtbaar wordt; annulus wit, dun, stompe rand, overhangend, hoog aan de steel vastgehecht.
Sporen
5.5-6.5 x 3.5-4.0 µm, ellipsoïdaal, glad, matig dikwandig; opvallend harig aanhangsel.
Sporenafdruk
Zwartbruin.
Habitat
Solitair of in kleine groepjes in gemengde loofhout-naaldbossen; vruchtvorming vanaf de late herfst tot midden in de winter; zeldzaam.
Vergelijkbare soorten
-
Vergelijkbaar qua uiterlijk, maar heeft ook anijssmaak; komt voor in graslanden, groeit vaak in ringen.
-
Wordt snel chroomgeel, zowel aan de rand van de dop als vooral bij het doorsnijden van de onderkant van de stengel. Het ruikt meer naar inkt of jodium dan naar anijs.
-
Kortere, gedrongen paddenstoel met een witte hoed en sterke vergelingsreactie bij kneuzing.
Taxonomie en naamgeving
In 1832 beschreef de Italiaanse mycoloog Carlo Vittadini (1800 - 1865) deze soort als Agaricus campestris var. sylvicola.
In 1873 gaf de Amerikaanse botanicus-mycoloog Charles Horton Peck (1833 - 1917) deze soort de nieuwe naam Agaricus sylvicola.
Het specifieke epitheton sylvicola betekent "bosbewoner".
Synoniemen
Agaricus essettei
Agaricus flavescens
Zwam flavescens
Schimmel sylvicola
Pratella campestris
Pratella flavescens
Psalliota campestris
Psalliota sylvicola.
Bronnen:
Foto 1 - Auteur: nikibifrost (CC BY 4.0 Internationaal)
Foto 2 - Auteur: Richard Daniel (RichardDaniel) (CC BY-SA 3.0 Onuitgevoerd)
Foto 3 - Auteur: Pedro Hafermann (Publiek domein)
Foto 4 - Auteur: nikibifrost (CC BY 4).0 Internationaal)
Foto 5 - Auteur: nikibifrost (CC BY 4.0 Internationaal)





