Lentinus strigosus
Wat je moet weten
Lentinus strigosus is een schimmelsoort uit de familie Polyporaceae. Hij is eetbaar als hij jong is, maar wordt erg taai naarmate hij ouder wordt. De geëxpandeerde hoed is halfvaasvormig met een ingerolde rand, meestal paars en dan vervagend naar bruinachtig. Het vlees is wit, dun en taai. De lamellen zijn dicht, smal en kapkleurig en dan witachtig. De steel is kort, zijdelings en behaard. De smaak is vaak bitter. De sporen zijn wit en glad.
Hij lijkt een beetje op oesterzwammen of Splijtzwammen, met een zeer korte excentrische steel, golvende randen en ondiepe lamellen die zich vertakken.
Andere namen: Ruddy Panus, Een houtrottende paddenstoel.
Paddenstoel identificatie
Kap
Meestal halfrond of oestervormig als hij op staand hout groeit, maar zoals te zien is op de foto hierboven komen er soms rozetvormen voor als hij op dood hout dat op de grond ligt vrucht draagt. De hoeden zijn tot 10 cm breed, met golvende randen; taai; dicht donzig; roodachtig tot paarsachtig bruin als ze jong zijn, vervagend naar geelbruin naarmate ze ouder worden.
Stam
Bijna altijd excentrisch aangehecht; zeer stomp en vaak onzichtbaar omdat hij ingebed is in het substraat; bleker dan de hoed; meestal wazig van structuur.
Lamellen
Licht mauve of lichtpaars als ze jong en vers zijn, worden bleker en later bruin als ze ouder worden; doorlopend naar de steel.
Sporen
Ellipsvormig, glad, 4.5-6.5 x 2.5-4µm; inamyloïd.
Sporenafdruk
Wit of heel lichtgeel.
Geur en smaak
Niet onderscheidend.
Gelijksoortige soorten
Panrus conchatus
Vergelijkbaar, maar eerder schubbig dan donzig, en de sporen zijn iets langer en smaller (een hogere Q-waarde); wordt af en toe gevonden in Groot-Brittannië en andere Noord-Europese landen.
-
Vergelijkbaar, maar is oranjegeel en heeft een zwakke geur.
Taxonomie en etymologie
Ondanks het feit dat schimmels in het geslacht Panus lamellen hebben, wordt nu gedacht dat ze veel nauwer verwant zijn aan de Polyporen dan aan de Agaricales - nog een voorbeeld van parallelle evolutie.
Panus, de genusnaam, komt waarschijnlijk uit het Grieks en betekent een zwelling of tumor (een groei, dus). De Zweedse mycoloog Elias Magnus Fries beschreef en benoemde deze soort in 1838.
Zoals het klinkt, komt het specifieke epitheton rudis van dezelfde stam als 'rudimentair' en betekent basaal, ruw of rauw; dit suggereert een paddenstoel van lager aanzien dan andere (oesterachtige) soorten van vergelijkbaar uiterlijk.
Synoniemen
Agaricus crinitus Schwein. (1822)
Agaricus strigosus Schwein. (1822)
Lentinus lecomtei Fr. (1825)
Agaricus strigopus Pers. (1827)
Agaricus hirtus Secr. (1833)
Lentinus strigopus (Pers.) Vr. (1836)
Agaricus macrosporus Mont. (1837)
Lentinus capronatus Fr. (1838)
Lentinus strigosus Fr. (1838)
Panus ruderis Fr. (1838)
Agaricus sainsonii Lév. (1842)
Lentinus chaetophorus Lév. (1844)
Panus lamyanus Mont. (1856)
Panus hoffmannii Fr. (1865)
Panus sainsonii (Lév.) Heufl. (1867)
Lentinus sparsibarbis Berk. & M.A.Curtis (1868)
Pleurotus macrosporus (Mont.) Sacc. (1887)
Pocillaria chaetophora (Lév.) Kuntze (1891)
Pocillaria sparsibarbis (Berk. & M.A.Curtis) Kuntze (1891)
Pocillaria strigosa (Fr.) Kuntze (1891)
Lentinus lamyanus (Mont.) Henn. (1898)
Lentinus rudis (Fr.) Henn. (1898)
Pocillaria lamyana (Mont.) Kuntze (1898)
Pocillaria ruudis (Fr.) Kuntze (1898)
Lentinus substrigosus Henn. & Shirai (1900)
Panus rudis f. sainsonii (Lév.) Malk. (1932)
Pleurotus ruudis (Fr.) Pilát (1935)
Panus fragilis O.K.Molen. (1965)
Bronnen:
Foto 1 - Auteur: GLJIVARSKO DRUSTVO NIS uit Servië (CC BY 2.0 Algemeen)
Foto 2 - Auteur: Jerzy Opioła (CC BY-SA 4.0 Internationaal)
Foto 3 - Auteur: Ian Dodd (kk) (www.kundabungkid.com) Australië (kundabungkid) (CC BY-SA 3.0 Onbewerkt)
Foto 4 - Auteur: Volker Fäßler (CC BY-SA 3.0 Onbewerkt)




