Agaricus sylvaticus
Wat je moet weten
Agaricus sylvaticus (of Agaricus silvaticus) is een paddenstoelensoort die vaak in groepen wordt gevonden in naaldbossen vanaf de vroege zomer, of september tot november in Europa, Noord-Afrika en Noord-Amerika. De grijsbruine hoed is halfrond als hij jong is, maar wordt later platter tot een diameter van 10 cm. De hoed is bedekt met brede schubben. De lamellen zijn grijs als ze jong zijn, en worden veel donkerder naarmate ze ouder worden. De sporen zijn chocoladebruin. De steel is bruinachtig, vaak met een hangende ring en een kleine bol aan de basis. Het vruchtvlees is wit met een milde smaak en wordt roodachtig bij het snijden.
Hoewel de ene veldgids de soort als eetbaar vermeldt, raadt een andere het niet aan omdat het verwant is aan soorten die maagklachten veroorzaken.
Agaricus sylvaticus wordt ook wel de Roodvlekkenzwam genoemd omdat de hoed en steel helderrood worden als ze gekrast of gebroken worden.
Andere namen: Rode vlekkenzwam, blozende boszwam, geschubde boszwam, blozende boszwam, Pinew, Skogschampinjon (Zweden), Meža atmatene (Letland).
Paddenstoel identificatie
Kap
7 tot 15 cm in diameter. De geschubde hoed is eerst gewelfd, maar breidt zich uit tot hij bijna plat is. Het vruchtvlees is wit onder het oppervlak, licht roodbruin en bedekt met roodbruine schubben die dichter zijn naarmate ze dichter bij het midden van de hoed zitten. Bij het doorsnijden kleurt het dunne, stevige kapvlees rood en uiteindelijk bruin.
Lamellen
Aanvankelijk roze, maar de vrije, dicht op elkaar staande lamellen worden roder en donkerbruin naarmate de sporen rijpen.
Stengel
1 tot 1.2 cm in diameter, min of meer parallel aan de licht gezwollen of bolvormige basis. Bij snijden of kneuzen wordt het taaie stengelvlees rood en uiteindelijk bruin. Boven de grote, losse enkele ring is de stengel glad, onder de ring zitten dunne schubben.
Sporen
Eivormig, 4.5-6.5 x 3.2-4.2µm.
Sporenafdruk
Chocoladebruin.
Geur en smaak
Niet onderscheidend.
Habitat & Ecologische rol
Groeit vaak in groepen in gemengd bos en onder bomen in parken.
Gelijksoortige soorten
Agaricus haemorrhoidarius
Wordt normaal beschouwd als synoniem, maar is ook gedefinieerd als een aparte soort, die zich onderscheidt door zijn vlees dat onmiddellijk rood wordt bij het snijden.
Agaricus phaeolepidotus
Onderscheidbaar door een stengel die vergeelt (naast het feit dat hij roze wordt) bij het afsnijden. De hoedachtergrond is bruiner dan A. silvaticus en zijn geur suggereert jodium of inkt.
-
Ziet er van bovenaf hetzelfde uit, maar heeft geen ring en ontwikkelt roodbruine lamellen.
Taxonomie en etymologie
De soortnaam sylvaticus (of silvaticus) betekent "van het bos". Beide schrijfwijzen komen voor in de literatuur, maar Species Fungorum geeft sylvaticus als de huidige naam en dus verdient die versie de voorkeur.
Deze bekende soort werd voor het eerst geldig beschreven onder de huidige naam, Agaricus silvaticus, in 1774 door de vroege mycoloog Jacob Christian Schäffer. In die tijd werden de meeste champignons met lamellen allemaal gegroepeerd onder het geslacht Agaricus, maar later werden ze ondergebracht in nieuwe geslachten die hun verschillende kenmerken weerspiegelden.
Nu heeft Agaricus een veel beperktere betekenis, het is het geslacht van de algemeen gekweekte paddenstoelen van Europa en Amerika, maar A. sylvaticus behoort tot die groep en heeft al die tijd dezelfde naam gehouden.
Synoniemen
Agaricus haemorrhoidarius
Agaricus sanguinarius
Agaricus vinosobrunneus
Schimmel amethistinus
Schimmel haemorrhoidarius
Schimmel sanguinarius
Zwam sylvaticus
Pratella amethystina
Pratella haemorrhoidaria
Pratella sylvatica
Psalliota amethystina
Psalliota haemorrhoidaria
Psalliota sanguinaria
Psalliota sylvatica
Bronnen:
Foto 1 - Auteur: Holger Krisp (CC BY 3.0 Unported)
Foto 2 - Auteur: Jerzy Opioła (CC BY-SA 3.0 Onbewerkt)
Foto 3 - Auteur: Jerzy Opioła (CC BY-SA 3.0 Onbewerkt)



